Toegankelijkheidsinstrumenten

Skip to main content

Collega aan het woord: Willem van der Stelt

In de rubriek ‘Collega aan het woord’ staat telkens één collega van Regio Amersfoort centraal. In ieder bericht lees je meer over de werkzaamheden, praktijkvoorbeelden en inzichten van onze collega’s. Zo geven wij stap voor stap een kijkje achter de schermen van ons werk in de regio. Wij trappen af met strategisch adviseur en adjunct-directeur Willem van der Stelt.

De druk op de ruimte in onze regio is groot. Juist daarom is het volgens Willem belangrijk dat we slim nadenken over hoe en waar we nieuwe woningen en werklocaties realiseren. “Door te bouwen nabij bestaande knooppunten en voorzieningen, maken we efficiënt gebruik van de ruimte en dragen we bij aan duurzame mobiliteit. Dat is de ruimtelijke puzzel waar ik mij dagelijks mee bezighoud.” 

Wat doe je in jouw rol?

“Als strategisch adviseur begeleid ik het energieteam en houd ik me bezig met grote thema’s zoals netcongestie, ruimtelijke ordening en het landelijk gebied. Daarnaast werk ik aan de begroting en verantwoording aan alle gemeenten in de regio. Ook coördineer ik overlegstructuren waarin we gemeenten, provincie en partners samenbrengen.” 

Wat Willem persoonlijk motiveert? Het verbinden van belangen over gemeentegrenzen heen. “Het mooiste vind ik als we met zeven of negen gemeenten gezamenlijk tot gedragen besluiten komen. Dat is niet altijd eenvoudig, maar wel ontzettend waardevol voor de inwoners in onze regio.” 

Waar kijk je trots op terug?

“Ik ben trots op de Regionale Energie Strategie en het Ontwikkelbeeld Regio Amersfoort Centraal!, waarin we met elkaar hebben geschetst hoe de regio zich de komende jaren kan ontwikkelen.” Het ‘Ontwikkelbeeld’ is samen met ‘Utrecht Nabij’ de basis van het Ontwikkelperspectief voor het NOVEX-gebied Utrecht-Amersfoort. “Vooruitkijkend richt ik me op de gebiedsgerichte uitwerking van de Provinciale Omgevingsvisie. Daarbij komt nu ook de defensieopgave op ons af, die invloed heeft op al onze thema’s in het fysieke domein.”

Wat geeft jou energie in dit werk?

“Ik krijg veel energie van de betrokkenheid van colleges en raden. Wanneer we er samen in slagen om tot een breed gedragen besluit te komen, weet ik dat we écht stappen vooruitzetten.”

Meer weten?

Wil je meer weten over ruimtelijke ontwikkeling in Regio Amersfoort of samenwerken over gemeentegrenzen heen? Neem gerust contact op met Willem via wl.vanderstelt@amersfoort.nl

Tussenresultaten onderzoek naar aardwarmte in de regio 

In onze regio lijken twee aardlagen kansrijk voor het winnen van aardwarmte (geothermie). Dat blijkt uit de eerste resultaten van regionaal onderzoek. De komende maanden worden deze gegevens verder bestudeerd en volgen extra metingen. In het eerste kwartaal van 2026 volgt een definitief rapport.

Wat is geothermie?

Diep in de ondergrond zit warm water in zand- en gesteentelagen. Geothermie (ofwel aardwarmte) is het gebruik van deze warmte voor het verwarmen van huizen en gebouwen. Dit gebeurt door het warme water op te pompen, langs een warmtewisselaar te leiden en het afgekoelde water weer terug onder de grond te brengen. Het verwarmen met aardwarmte is op lange termijn een goedkope oplossing, maar vraagt hoge investeringen bij de start.

Onderzoek in Regio Amersfoort

Sinds 2024 lopen er diverse onderzoeken in de regio Amersfoort om te ontdekken of onze bodem geschikt is voor geothermie. Er zijn onderzoeksboringen gedaan in De Bilt, Ede en Ouder-Amstel. Op basis van de resultaten van deze boringen hebben de gemeenten Amersfoort, Baarn, Soest, Bunschoten, Leusden en Woudenberg samen met de provincie Utrecht en EBN een haalbaarheidsonderzoek laten doen.

Wat blijkt uit het onderzoek?

De eerste tussenresultaten zijn positief. In onze regio liggen twee lagen in de bodem die mogelijk geschikt zijn voor geothermie. Deze aardlagen zijn voldoende dik en doorlatend. Dat is belangrijk, want om warm water te kunnen winnen moet het water goed door de aardlaag kunnen stromen. De geschikte lagen in onze regio liggen relatief ondiep, waardoor de temperatuur van het water iets lager is (tussen 25 en 70 graden Celsius). Het voordeel is dat hiervoor minder diep geboord hoeft te worden. Een nadeel kan zijn dat er extra verwarmd moet worden om gebouwen of douchewater op de gewenste temperatuur te brengen.

Waar liggen deze aardlagen?

De Formatie van Slochteren en de Formatie van Breda zijn aardlagen die in grote delen van Nederland voorkomen. In onze regio loopt de Formatie van Slochteren onder gemeenten Woudenberg, Leusden, Amersfoort, Soest en Baarn. Deze laag ligt op 900 tot 3000 meter diepte. De temperatuur in de geschikte delen is tussen de 40 en 70 graden Celsius. De potentie wordt uitgedrukt als het thermische vermogen in megawatt. Hier is berekend dat er tussen de 5 tot 12,5 megawatt gewonnen kan worden. En in het noorden van ons gebied tussen de 2,5 en 5 megawatt.

De Formatie van Breda loopt in onze regio onder het noorden van de gemeente Amersfoort tot aan de gemeente Bunschoten. Deze laag ligt op 200 tot 500 meter diepte. De temperatuur van het water is hier rond de 25 graden Celsius. Hier zou 1,5 tot 2,5 megawatt gewonnen kunnen worden.

Hoe gaat het verder?

Of geothermie uiteindelijk écht mogelijk is in onze regio, is nog niet zeker. De gegevens zijn nu verkregen door computermodelleringen op basis van alle onderzoeken en boringen tot nu toe. Voor meer zekerheid is nog aanvullend onderzoek nodig. Bijvoorbeeld door met geluidsgolven (seismiek) te onderzoeken of er breuken in de aardlagen zitten. Ook is er meer inzicht nodig in geschikte wijken, in de warmtevraag van deze woningen en gebouwen, mogelijke locaties voor aardwarmtewinning, de kosten van een aardwarmtesysteem en de mogelijke gevolgen voor de omgeving.

De definitieve resultaten van onderzoeksbureau IF Technologie volgen in het eerste kwartaal van 2026. Op basis van deze uitkomsten wordt onderzocht in welke delen van de gemeenten aardwarmte een goede optie kan zijn, en welke vervolgstappen nodig zijn om dit te realiseren.

Rijksbijdrage voor bereikbaar bouwen in de regio

Het Rijk heeft een subsidie verstrekt om de bereikbaarheid te verbeteren van vijf woningbouwprojecten in onze regio. De bijdrage ondersteunt niet alleen de realisatie van nieuwe woonwijken, maar ook verbeteringen in bereikbaarheid, openbare ruimte en maatschappelijke voorzieningen. Deze projecten leveren een belangrijke bijdrage aan de ambitie van 27.000 extra woningen in de regio tot en met 2030 uit de Woondeal.

Regionale projecten

In de Metropoolregio Utrecht zetten we samen met het Rijk een nieuwe stap in de aanpak van de verstedelijkingsopgaven. Het Rijk draagt financieel bij aan meerdere woningbouwprojecten en gebiedsontwikkelingen in de regio. Een belangrijk onderdeel van deze samenwerking is de ontwikkeling van het stationsgebied in Nijkerk, een locatie met veel potentie voor wonen en werken in de directe nabijheid van een OV-knooppunt.

Ook in andere gemeenten in de regio worden projecten ondersteund. Het betreft de projecten Hoevelaar fase 3 in Woudenberg en Zuidpolder in Eemnes. Mede door de Rijksbijdrage kunnen hier in totaal bijna 1.100 woningen goed bereikbaar worden gebouwd.

Grootschalige woningbouw

Ook de grootschalige woningbouwlocatie Spoor- en A1-zone in Amersfoort ontvangt een bijdrage voor lopende projecten met een tekort. In de Spoor- en A1-zone moeten in totaal 10.000 tot 14.000 woningen komen. Daarnaast is in dit gebied ruimte voor 12.000 extra arbeidsplaatsen. Het Rijk stelt de bijdrage beschikbaar, onder andere bestemd voor investeringen in de herinrichting van de openbare ruimte en maatschappelijke voorzieningen.

Regio Amersfoort maakt afspraken over huisvesting aandachtsgroepen

Regio Amersfoort is vooruitlopend op de invoering van de Wet versterking regie volkshuisvesting al volop bezig met nieuwe afspraken over de huisvesting van aandachtsgroepen, waaronder mensen die zorg nodig hebben. Het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening interviewde strategisch adviseur Démiencke Brinkman over hoe de samenwerking tot stand kwam, waar de gemeenten tegenaan liepen en welke tips ze heeft voor andere regio’s.

De Wet regie gaat uit van een eerlijke verdeling van de huisvesting van aandachtsgroepen in de regio. Waarom maken jullie daar vóór de inwerkingtreding van de wet al afspraken over?
“In Regio Amersfoort is afgesproken dat er in de periode van 2022 tot en met 2030 ruim 27.000 extra woningen komen, óók voor ouderen en aandachtsgroepen. De provincie Utrecht zit er bovenop en wilde dat er snel afspraken kwamen. Voor ouderenhuisvesting moest dat eind vorig jaar al het geval zijn, voor aandachtsgroepen kregen we iets meer tijd. Toch moesten we binnen een half jaar alles regelen. Dat was pittig, maar dit snelkookpan-tempo was ook nodig. Mensen in kwetsbare situaties kunnen nu eenmaal niet wachten tot Den Haag klaar is met de wet.”

Betekent dit dat jullie nu al bezig zijn met de uitvoering?
“Ja. In juli hebben we een bestuurlijk akkoord bereikt. Momenteel leggen de gemeenten in onze regio de afspraken vast in hun eigen beleidsprogramma’s voor wonen of zorg. Dat verschilt per gemeente, maar het idee is hetzelfde: zorgen dat de afspraken goed geborgd zijn. Ondertussen zijn we al begonnen met de uitwerking van concrete werkafspraken uit de uitvoeringsagenda. Tot nu toe werd een groot deel van de aandachtsgroepen opgevangen in Amersfoort, maar dat is op de lange termijn niet houdbaar. Daarom hebben we afgesproken om deze verantwoordelijkheid geleidelijk regionaal te spreiden. Zo draagt elke gemeente bij, passend bij haar mogelijkheden, en ontstaat er een evenwichtiger en menselijker verdeling.

Waarom is de situatie zo urgent in de regio?
“Overal is een tekort aan betaalbare woningen, maar in en rond Amersfoort is het extra nijpend. Vooral de goedkopere huurwoningen zijn schaars. Juist daar is veel behoefte aan, want de meeste mensen uit aandachtsgroepen hebben een laag inkomen. Bovendien blijven mensen die uitstromen uit instellingen vaak ‘hangen’ in de centrumgemeente. Daarom was het extra belangrijk om regionaal afspraken te maken en de opgave eerlijker te verdelen. Met uitzondering van ouderen. Die moeten kunnen blijven in de gemeenten waar ze wonen, omdat ze over het algemeen graag in hun vertrouwde omgeving blijven wonen.”

Wie waren er betrokken bij deze afspraken?
“Naast gemeenten zaten ook woningcorporaties vanaf het begin aan tafel. Dat moest ook, want zonder hen kun je geen woningen realiseren. Ook zorgorganisaties, het zorgkantoor en de provincie Utrecht dachten intensief mee. Daarnaast was er contact met het ministerie van VRO. Voor ons was het een voordeel dat we al een traditie hebben van samenwerken in de regio. Dat maakt het makkelijker om samen besluiten te nemen.”

Wat was de grootste uitdaging?
“Het samenbrengen van twee werelden: zorg en wonen. In het begin hoorde je nog wel eens: ‘Dit is een zorgvraagstuk, dus laat het sociaal domein het maar oplossen’. Of: ‘Dit gaat alleen over stenen, dus het is iets van het ruimtelijke domein’. Maar het is een combinatie. Je hebt woningen nodig, maar ook zorg, ondersteuning en een leefbare wijk. Pas als elk domein zich medeverantwoordelijk voelt, kun je verder. Een tweede uitdaging was de diversiteit aan gemeenten. Vooral kleine gemeenten met weinig sociale huurwoningen vinden het spannend. Daar moet je extra investeren in uitleg aan je inwoners voor het verkrijgen van draagvlak.”

Dat klinkt als een hoop werk. Hoe heb je dat aangepakt?
“Door proces en inhoud te scheiden. Ik richtte me op het proces: de planning, afspraken over hoe we als gemeenten samenwerken en zorgen dat alle aspecten op de juiste plekken besproken werden. Daarnaast hebben we een projectleider aangesteld die zich richtte op de inhoud: hoe verdelen we de aantallen urgent woningzoekenden uit de aandachtsgroepen en wat zijn daar de gevolgen van? We konden verder gaan op basis van een eerder door de provincie Utrecht gehouden woonzorgbehoefteonderzoek en we kregen ondersteuning van Platform31, die met een praktijklab en een simulatie hielp om de gemeenten inzicht te geven in hun belangen en keuzes in deze uitdaging. Die combinatie werkte heel goed.”

Was er eigenlijk ook weleens weerstand in de regio?
“Soms wel. Vooral in kleinere gemeenten waar de gemeenschap hecht is en sociale huurwoningen schaars zijn kan dit spanningen oproepen. Raadsleden maken zich daar zorgen: wat betekent dit voor ons dorp en de huisvesting van onze kinderen? Toch moeten we het niet zien als een keuze tussen óf onze kinderen óf aandachtsgroepen. Beide verdienen een plek in onze regio. Daarom zetten we in op méér bouwen, slimmer benutten van bestaande ruimte en betere regionale samenwerking. Alleen zo zorgen we ervoor dat iedereen, nu en in de toekomst, perspectief houdt op een passend thuis. Deze aanpak vraagt om duidelijke keuzes en open communicatie.”

Wat zijn de voordelen van regionaal samenwerken?
“Je verdeelt de opgave eerlijker. Zonder afspraken wordt de centrumgemeente onevenredig belast. Voor partners als woningcorporaties, zorgorganisaties, Provincie en Rijk is het ook veel makkelijker: zij hoeven niet met acht gemeenten apart te overleggen, maar kunnen in één regio afspraken maken.” Door samen afspraken te maken en die ook samen uit te dragen, werken we in Regio Amersfoort aan een inclusieve regio waar iedereen mee kan doen – ook in tijden van schaarste.”

Welke tips heb je voor andere regio’s?
“Eén: kopieer niet zomaar het model van een andere regio. Iedere regio heeft zijn eigen dynamiek en manier van afspraken maken. Kijk wat er in jouw regio belangrijk is en sluit daarbij aan. Zet mensen in die de regio en het bestuurlijk speelveld goed kennen. Zij weten waar de gevoeligheden liggen en welke bestuurders en ambtenaren je wanneer moet betrekken. Twee: breng het sociale en het ruimtelijke domein vanaf het begin samen, want zonder samenwerking en gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel strandt het proces. Drie: zorg dat je genoeg menskracht hebt. Het gaat niet alleen om aantallen woningen, maar ook om typen woningen, zorg, voorzieningen en leefbaarheid. Dat vergt veel overleg, zowel procesmatig als inhoudelijk, en dat kost dus tijd en menskracht. Maar weet dat het de moeite waard is. Het gaat om kwetsbare mensen, die je als regio gaat helpen. Dat zou elke gemeente toch moeten willen?!”

Interview en beeld: © Rijksoverheid

Documenten

Afsprakenkader Huisvesting Aandachtsgroepen

Afsprakenkader Ouderenhuisvesting

Wonen bij Jaap: 252 nieuwe woningen in Nijkerk

In de Woondeal staat de ambitie om 27.000 woningen te bouwen in de regio in de periode 2022 tot en met 2030. Naast het aantal woningen bestaan er ook afspraken over het type woningen en voor wie de woningen worden gebouwd. Aan de hand van verschillende woningbouwprojecten in de regio wordt geprobeerd om dit te realiseren.

Wonen bij Jaap

Eén van die projecten is Wonen bij Jaap. Woningstichting Nijkerk (WSN) en Gemeente Nijkerk realiseerden hier 252 kant-en-klare, betaalbare en duurzame huurwoningen. De woningen staan op een open, groen en parkachtig terrein en vormen een nieuwe buurt waar ontmoeting en verbinding centraal staan. Het project bestaat uit studio’s, appartementen en een paviljoen met wasserette, gemeenschappelijke keuken en huiskamer. De helft van deze woningen is bedoeld voor jongeren en starters van 18 tot en met 34 jaar.

Succesfactoren

De basis van het succes is de samenwerking tussen de gemeente Nijkerk en WSN. Beide partijen hebben lef getoond door zaken net wat anders aan te pakken dan bij reguliere woonprojecten. “Hierbij is veel aandacht geweest voor de maatschappelijke belangen en het feit dat zoveel Nijkerkse jongeren en starters moeilijk aan woonruimte kunnen komen. Ook was het niet mogelijk geweest zonder het vertrouwen van de Nijkerkse gemeenteraad.”

400 nieuwe bewoners

In de eerste 2 fases van dit project werden al 116 woningen verhuurd. Hiervan zijn 23 woningen naar statushouders en urgenten gegaan. Dit zijn mensen die vanwege onveilige situaties in hun eigen land in Nederland mogen blijven en mensen die om andere redenen met spoed een woning nodig hebben. Nu alle woningen verhuurd zijn, biedt Wonen bij Jaap zo’n 400 bewoners een duurzame woning in een nieuwe wijk.

De woningen staan in ieder geval 15 jaar op deze plek, waarna het project hier of elders in de gemeente Nijkerk een vervolg krijgt.

Regionaal fietsnetwerk in de provincie Utrecht komende jaren weer flink verbeterd

Provincie Utrecht en alle 26 gemeenten binnen de provincie ondertekenden op 9 oktober 2025 een intentieovereenkomst voor het verbeteren van regionale fietsroutes. In totaal hebben de 26 gemeenten tot en met 2029 ruim 130 fietsprojecten op de agenda staan. Deze projecten variëren van de aanleg van fietsstraten tot het aanpakken van onveilige verkeerssituaties. Provincie Utrecht wil de gemeenten daarbij financieel ondersteunen. ‘

Provincie Utrecht en alle 26 gemeenten hebben de ambitie om meer dan 130 gemeentelijke fietsprojecten te realiseren voor 2030. “Met het regionaal fietsnetwerk willen we in gezamenlijkheid onze bewoners veilige, comfortabele en vlotte fietsverbindingen bieden tussen huis, school, werk, openbaar vervoerknooppunten en andere belangrijke bestemmingen”, aldus de gezamenlijke wethouders.

De ondertekening vond plaats tijdens de bijeenkomst van het Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad (UVVB). De gemeenten en de provincie Utrecht zeggen met de ondertekening toe om met elkaar te blijven samenwerken aan het verbeteren van de regionale fietsverbindingen in de gehele provincie. In de overeenkomst staat onder andere met welke projecten de gemeenten aan de slag willen tot en met 2029. Ook is aangegeven waar de provincie bij kan ondersteunen door het verlenen van subsidie. Zo worden fietspaden verbreed, fietsstraten aangelegd, oversteekplaatsen op kruispunten verbeterd en vrijliggende fietspaden aangelegd. Elk jaar wordt de voortgang op de projecten besproken in de bestuurlijke overleggen van de verschillende regio’s.

Fiets met stip op één

De provincie Utrecht is een gewilde plek om te wonen, werken, ontmoeten en ontspannen. Het aantal inwoners en bezoekers van onze regio groeit de komende decennia sterk. Om deze groei op te kunnen vangen en fiets als oplossing in te kunnen zetten zijn gezamenlijke investeringen nodig in het regionaal fietsnetwerk.

Gedeputeerde André van Schie: “Om onze regio gezond, leefbaar en bereikbaar te houden, is het belangrijk om in te zetten op de fiets. De provincie Utrecht kan dit niet alleen, daar hebben we de gemeenten bij nodig. Deze ondertekening is een belangrijke stap. Naast deze fietsprojecten zetten we ook in op nieuwe doorfietsroutes, zoals bijvoorbeeld de doorfietsroute Amersfoort – Utrecht die in juni geopend is.”

Voor persinformatie:
Jelmer Geerds, jelmer.geerds@provincie-utrecht.nl

Terugkijken: regionale informatiebijeenkomst

Woningbouw, bereikbaarheid, werkgelegenheid, leefkwaliteit. Hoe houden we als regio koers in veranderende tijden? We spraken erover tijdens een regionale informatiebijeenkomst. Benieuwd?

De uitdagingen in onze regio vragen om meer dan lokale oplossingen. In 2021 maakten we hierover afspraken in het Ontwikkelbeeld. Met raads- en statenleden keken we maandag 29 september terug. Wat is er bereikt en waar zouden we vandaag juist extra op moeten inzetten? 

We gingen ook in op drie belangrijke ontwikkelingen in de regio:

  1. Uitkomsten van het gebiedsonderzoek Heuvelrug en Spoorwegzone: wat betekent dit voor de regiogemeenten?
  2. De gebiedssamenwerking A(mersfoort) tot Z(eist): hoe brengen we alle opgaven op de Heuvelrug goed samen?
  3. Het Nationaal programma Ruimte voor Defensie: wat betekenen de ambities van defensie voor onze regio?
  • Ontwikkelperspectief: wat is er sinds 2021 bereikt, en wat (nog) niet? (vanaf 1.37 min.)
  • Trends en kansen: wat zijn de vraagstukken van morgen en hoe brengen we onze gedeelde belangen voor het voetlicht in Den Haag  (vanaf 20.30 min.)
  • Uitkomsten gebiedsonderzoek Spoorzone Amersfoort en Heuvelrugzone  (vanaf 38:35 min.)
  • Gebiedssamenwerking A(mersfoort)-Z(eist)  (vanaf 1:04:05.)
  • Nationaal Programma Ruimte voor Defensie  (vanaf 1:22:30 min.)

Download de presentatie

Provincies en gemeenten werken samen aan slim deelfietsensysteem

Gemeenten in de Regio Amersfoort en in de Regio Gooi- en Vechtstreek investeren samen met de provincies Utrecht en Noord-Holland in een gezamenlijk systeem voor deelfietsen. Deze deelfietsen kan je in de ene gemeente oppikken en in de andere gemeente inleveren. Dit helpt om de bereikbaarheid te verbeteren en de afhankelijkheid van de auto te verminderen. In een samenwerkingsovereenkomst hebben de partijen vastgelegd dat ze ongeveer € 700.000,- per jaar investeren in de fietsen. In het voorjaar van 2026 verschijnen de eerste deelfietsen op straat.

Woningbouwopgave Metropoolregio Utrecht

De Metropoolregio Utrecht kent een enorme groeiopgave. Tot 2040 worden er ruimte gemaakt voor 165.000 woningen en 110.000 arbeidsplaatsen. Om de regio in de toekomst leefbaar en bereikbaar te houden, is een overgang van auto naar fietsen en openbaar vervoer (OV) nodig. Een deelfietsensysteem vormt een mooie aanvulling op openbaar vervoer en de (eigen) fiets. De uitvoering van het gezamenlijk deelfietssysteem vindt plaats door Goedopweg, waar Regio Amersfoort per 1 januari 2025 bij is aangesloten. Dit programma kijkt hoe mensen zich slimmer en duurzamer kunnen verplaatsen.

Meerwaarde voor inwoners en reizigers

Rob Metz, voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Verkeer & Vervoer van de regio Amersfoort over de deelfietsen: “Vanaf 2026 wordt het voor inwoners en reizigers in onze regio nog makkelijker om de fiets te pakken. Met één gedeeld deelfietssysteem voor de gemeenten Amersfoort, Baarn, Eemnes en Soest en de Regio Gooi en Vechtstreek kun je eenvoudig van dorp naar stad reizen en sneller bij je bestemming komen. Zeker op plekken waar geen of beperkt openbaar vervoer rijdt, de loopafstand naar een halte groot is of er niet op elk moment van de dag een bus of trein gaat, biedt de deelfiets uitkomst. Zo maken we samen fietsen aantrekkelijker, verbeteren we de bereikbaarheid en wordt de auto minder vaak nodig.”

Publieke bijdrage

Door samen met de provincie Noord-Holland één aanbieder te kiezen voor alle deelfietsen dalen de kosten per fiets. Daardoor kunnen er meer dan 350 fietsen verspreid over minimaal 200 locaties worden ingezet in de deelnemende gemeenten in de regio Amersfoort. Er wordt een mix van elektrische en niet-elektrische fietsen geplaatst.  

De gemeenten zorgen voor geschikte locaties waar de deelfietsen kunnen staan: handige plekken, zoals in woonwijken, bij ov-knooppunten zoals bushaltes en stations, bij publieke voorzieningen zoals winkelcentra en/of scholen en op bedrijventerreinen. De fietsen hoeven niet teruggebracht naar het startpunt, maar kunnen achtergelaten worden op een andere vaste plek. De ritprijzen zijn door de bijdrage vanuit de samenwerkende overheden laag: maximaal €3 voor 20 minuten, €4 voor 30 minuten en €5 voor 40 minuten. De deelfietsen zijn bedoeld voor zowel toeristische, als werkgerelateerde en dagelijkse ritjes.

Public Affairs agenda Regio Amersfoort

Er is een nieuwe Public Affairs agenda. In deze Public Affairs agenda staan de lobbydoelen van de regio beschreven. De regiospecifieke doelstellingen koppelen we aan landelijke opgaven en ambities, zodat we – wanneer we resultaat behalen – een stevige, positieve impact hebben op de regionale én landelijke bereikbaarheid, woningbouw en economie. De doelen zijn ondersteunend aan het grotere regionale doel: een gezonde, aantrekkelijke en toekomstbestendige centrale regio.

Bekijk de Public Affairs Agenda hier: Public Affairs Agenda 2025-2028.

Eindrapport gebiedsonderzoek Spoorzone Amersfoort-Heuvelrug

Het onderzoek naar de ontwikkeling van de gebieden Spoorzone Amersfoort en Heuvelrugzone tussen Zeist en Amersfoort is gereed. In het gebiedsonderzoek is onderzocht hoe de groei en ambities in de regio Utrecht-Amersfoort ná 2030 kunnen worden vormgegeven.

Het onderzoek geeft inzichten over de potentie, condities en mogelijke keuzes voor de ontwikkeling van de Spoorzone Amersfoort en Heuvelrugzone voor de toekomst (2040-2050). Op basis hiervan kunnen gemeenten, regio, provincie en Rijk keuzes maken over de verdere ontwikkeling van de Spoorzone en Heuvelrugzone. Het onderzoek geeft input voor nieuwe Omgevingsvisies en Omgevingsprogramma’s.

Ruimtelijk raamwerk

In het gebiedsonderzoek worden drie prioriteiten genoemd voor gezonde groei. Ten eerste is een capaciteitsuitbreiding en modernisering van de stations Amersfoort Centraal en Schothorst nodig. Ten tweede is een dekkend en goed functionerend openbaar vervoersysteem essentieel om bouwen in stedelijk gebied mogelijk te maken zonder extra druk op het wegennet. En ten derde zorgt versterking van groen en water voor een gezonde, klimaatbestendige leefomgeving. Deze prioriteiten zijn in het gebiedsonderzoek concreet uitgewerkt in een ruimtelijk raamwerk voor de toekomstige ontwikkeling van de Spoorzone en Heuvelrugzone.

Ontwikkelmogelijkheden

In het onderzoek zijn de principes vanuit het NOVEX ontwikkelperspectief uitgangspunt geweest. Dit betekent dat de focus ligt op ontwikkelmogelijkheden voor woon- en werklocaties rond de stations Amersfoort Centraal en Amersfoort Schothorst. Ook zijn de ontwikkelmogelijkheden in twee kernen in de Heuvelrugzone verkend, regiopoort Zeist-Noord en het dorp Soesterberg. Uit het gebiedsonderzoek volgt dat in de Spoorzone Amersfoort en Heuvelrugzone circa 4400 tot 7300 woningen en circa 6300 tot 11600 arbeidsplaatsen kunnen worden ontwikkeld in de periode 2030-2040. Om op lange termijn een gezonde balans tussen wonen en werken te houden is behoud en extra ruimte voor werken en economie belangrijk.

Vervolgstappen

In het gebiedsonderzoek worden nog geen keuzes gemaakt. In het gebiedsonderzoek is een agenda met concrete vervolgstappen uitgewerkt. Dit betreft onder andere het uitwerken van de ontwikkelmogelijkheden in gebiedsvisies voor de verschillende locaties en het verder uitwerken van de ov-maatregelen, zoals een onderzoek naar de versterking van de stations en snelle regionale busverbindingen. De samenwerkende organisaties binnen U Ned gaan deze concrete vervolgstappen zetten om tot keuzes te komen voor gezonde groei van stad en regio.

Gezamenlijk onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd door een onderzoeksconsortium bestaande uit adviesbureaus Rebel, De Zwarte Hond, Goudappel Coffeng en Tauw, in samenwerking met een kernteam vanuit samenwerkende organisaties binnen U Ned. Dit zijn de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Infrastructuur en Waterstaat (I&W), Rijkswaterstaat, provincie Utrecht, Regio Amersfoort en de gemeenten Amersfoort, Zeist en Soest. Met inbreng van het ministerie van EZ, ministerie Defensie, NS, ProRail, regio U10 en Waterschap Vallei- en Veluwe en gemeenten Leusden, Nijkerk, Baarn, Bunschoten.

Download de eindrapportage en bijlage A, bijlage B en bijlage C.